Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [31]Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en als het zand, dat [32]aan den oever der zee is; en uw zaad zal [33]de poort zijner vijanden erfelijk bezitten. 31. Hebr. zegenende zegenen, en vermenigvuldigende zal Ik vermenigvuldigen. 32. Hebr. aan de lip der zee; alzo onder, hfdst.41 vs.4; Joz.11:4, 1 Sam.13:5. 33. Dat is, gebied, geweld, steden en landen, want bij de ouden is in de poort het gericht geweest, Deut.21:19; en Deut.22:15; Amos 5:12,15; Zach.8:16, idem, der steden sterkte. Zie Richt.5:8; Ps.147:13; Jes.22:7; Ezech.21:22. Hierom zijn ook poorten de steden zelf, Deut.22:15 en Deut.18:6, ja de steden van een geheel land, Jer.14:2. Dit is ten aanzien van het lichamelijke vervuld in Jozua, David, enz., maar voornamelijk en geestelijk in den Messias, Ps.2:8,9 en Ps.110:1,2,3; Kol.2:15, die zijn kerk en dienstknechten ziujn overwinning deelachtig maakt; 1 Kor.15:57; 2 Kor.2:14 en 2 Kor.10:5,6.